Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Baß:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Baß (Duits) in het Frans

Baß:

Baß [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Baß (Kontrabaß)
    la basse; la contre-basse

Vertaal Matrix voor Baß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
basse Baß; Kontrabaß Brumstimme
contre-basse Baß; Kontrabaß
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
basse abgestanden; alltäglich; banal; bäuerisch; derb; dick; dumpf; dumpfig; dürftig; einfach; ekelhaft; falsch; faul; fett; fettartig; fettig; fingiert; fühllos; garstig; gehässig; gemein; gering; grob; gängig; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; kleinlich; landläufig; mies; nicht adlig; niederträchtig; niedrig; obszön; platt; rüde; schal; schamlos; schelmisch; scheußlich; schlecht; schlimm; schlüpfrig; schmierig; schmuddelig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schurkisch; schwach; schweinisch; schwächlich; schäbig; schändlich; seicht; tief; tiefhängend; trivial; tückisch; unedel; ungeschlacht; verbrecherisch; verrucht; winzig; öffentlich

Wiktionary: Baß


Cross Translation:
FromToVia
Baß basse bass — low spectrum of sound
Baß basse bass — singer