Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Darlehen (Duits) in het Frans

Darlehen:

Darlehen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Darlehen (Hypothek; Kredit)
    l'hypothèque; l'emprunt
  2. Darlehen (Vorschuß)
    l'acompte; l'avance
    • acompte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • avance [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. Darlehen (Kreditverleihung; Anleihe; Vorschuß; Kredit)
    le crédit; l'accord de crédit; le crédit à découvert; l'octroi d'un crédit
  4. Darlehen (Kredit; Passiva; Lob; Kompliment)
    le crédit
    • crédit [le ~] zelfstandig naamwoord
  5. Darlehen
    prêt
    • prêt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor Darlehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accord de crédit Anleihe; Darlehen; Kredit; Kreditverleihung; Vorschuß
acompte Darlehen; Vorschuß Anzahlen; Vorauszahlung
avance Darlehen; Vorschuß Anmarsch; Anzug; Aufmarsch; Beihilfe; Beistand; Führung; Marsch; Spitze; Subvention; Unterstützung; Vormarsch; Vorsprung; Zuschuß; Zuwendung
crédit Anleihe; Darlehen; Kompliment; Kredit; Kreditverleihung; Lob; Passiva; Vorschuß Besitz; Besitztum; Eigentum; Ersparnis; Guthaben; Habe; Kredit
crédit à découvert Anleihe; Darlehen; Kredit; Kreditverleihung; Vorschuß
emprunt Darlehen; Hypothek; Kredit Anleihe; Lehnwort
hypothèque Darlehen; Hypothek; Kredit Hypothek
octroi d'un crédit Anleihe; Darlehen; Kredit; Kreditverleihung; Vorschuß
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
prêt Darlehen aus; beendet; bereit; einsatzbereit; erledigt; fertig; flink; gar; geneigt; geschafft; geschwind; hastig; klar; parat; rasch; schleunig; schnell; startbereit; startfertig; vollendet; zugetan

Synoniemen voor "Darlehen":


Wiktionary: Darlehen


Cross Translation:
FromToVia
Darlehen prêt loan — borrowed sum of money or other valuables

Computer vertaling door derden: