Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Dusselchen (Duits) in het Frans

Dusselchen:

Dusselchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Dusselchen
    le trouble-fête; le grincheux
  2. Dusselchen
    le petit rêveur
  3. Dusselchen
    le petit molasse

Dusselchen [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Dusselchen
    la cloches
    • cloches [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Dusselchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cloches Dusselchen Glocken; Kirchuhren; Uhren
grincheux Dusselchen Knurrhähne; Launischen; Miesepeter; Sauertopf; Sauertöpfe
petit molasse Dusselchen
petit rêveur Dusselchen
trouble-fête Dusselchen Spielverderber
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grincheux agitiert; aufgebracht; aufgeregt; barsch; bitterböse; brummig; brüsk; böse; empfindlich; empört; erbost; ergrimmt; erhitzt; erregt; erzürnt; gebrochen; glücklos; griesgrämig; grimmig; haßerfüllt; klagend; knurrig; kribbelig; launenhaft; launisch; leichterregbar; leichtpikiert; mißmutig; mißvergnügt; mürrisch; nörgelig; nörglerisch; sauer; sauertöpfisch; schlecht gelaunt; schlechtgelaunt; schlechtgelaunt ohne Grund; säuerlich; unwillig; unwirsch; unzufrieden; verdrießlich; verstimmt; verärgert; ärgerlich; übellaunig