Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal Erzähler

Vertaal Erzähler van Duits naar Frans

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Erzähler:
- narrateur; bavard; parleur; causeur; moulin à paroles
Wiktionary:
- Erzähler → conteur, narrateur
- Erzähler → narratrice, narrateur, diseur, diseuse, conteur, conteuse, raconteur, raconteuse

Duits

Uitgebreide vertaling voor Erzähler (Duits) in het Frans

Erzähler:

Erzähler [der ~] zelfstandig naamwoord

der Erzähler
le narrateur
- narrateur [le ~] zelfstandig naamwoord
der Erzähler (Plauderer)
le bavard; le parleur; le causeur; le moulin à paroles
- bavard [le ~] zelfstandig naamwoord
- parleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- causeur [le ~] zelfstandig naamwoord
- moulin à paroles [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Erzähler:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bavard	Erzähler; Plauderer	Faseler; Faselhans; Klatschbase; Klatschmaul; Klatschtante; Quasselstrippe; Quasseltante; Quatschkopf; Schwätzer; jemand der sehr viel Unsinn redet
causeur	Erzähler; Plauderer	Klatschbase; Klatschmaul; Klatschtante; Prahlhans; Protz; Wichtigtuer; gauner; jemand der sehr viel Unsinn redet
moulin à paroles	Erzähler; Plauderer	Klatschmaul; Klatschtante; Sprechwasserfall
narrateur	Erzähler
parleur	Erzähler; Plauderer	Klatschmaul; Klatschtante
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bavard		geschwätzig; indiskret; schwatzhaft; vielsprecherei

Synoniemen voor "Erzähler":

narrative Instanz

Wiktionary: Erzähler

Erzähler

noun

Celui, celle qui écrire ou raconte des contes.
- conteur → Erzähler
Celui, celle qui narrer, qui raconter quelque chose.
- narrateur → Erzähler; Erzählerin

Cross Translation:

From	To	Via
• Erzähler	→ narratrice; narrateur	↔ narrator — in story
• Erzähler	→ diseur; diseuse; conteur; conteuse; raconteur; raconteuse	↔ teller — person who tells stories