Duits

Uitgebreide vertaling voor Gezücht (Duits) in het Frans

Gezücht:

Gezücht [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gezücht (Viehzucht; Fortpflanzung; Fock; )
    l'élevage de bétail
  2. Gezücht (Brut; Sprößlinge)
    l'enfants; la progéniture; la descendance; la lignée; la nichée; la couvée; le rejetons
  3. Gezücht (Brut; Zucht)
    la racaille; la vermine; l'engeance
  4. Gezücht (Lumpengesindel; Sippschaft; Pöbel; )
    la racaille; la plèbe; la canaille; la populace; le bas peuple; la foule
    • racaille [la ~] zelfstandig naamwoord
    • plèbe [la ~] zelfstandig naamwoord
    • canaille [la ~] zelfstandig naamwoord
    • populace [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bas peuple [le ~] zelfstandig naamwoord
    • foule [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gezücht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bas peuple Angelgerät; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Plebs; Pöbel; Sippschaft Ausschuß; Brut; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Mob; Pack; Pöbel; Schund; Sippschaft
canaille Angelgerät; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Plebs; Pöbel; Sippschaft Aas; Abschaum; Ausschuß; Auswurf; Brut; Canaille; Dreckskerl; Ekel; Ferkel; Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Gelichter; Gesindel; Giftnudel; Grobian; Halunke; Hundsfott; Hundsfötter; Iltis; Kanaille; Kriminelle; Lausbube; Luder; Lump; Lumpengesindel; Lumpenkerl; Miststück; Mistweib; Mob; Nichtsnutz; Pack; Plebs; Pöbel; Rabauke; Racker; Schalk; Schalke; Schelm; Schelme; Scheusal; Schlange; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schund; Schurke; Schurken; Schweinigel; Sippschaft; Spitzbube; Stinker; Strick; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Weibsstück; Widerling; Zeug; elende Kerl; geriebeneKerl; hinterlistige Person; Übeltäter
couvée Brut; Gezücht; Sprößlinge Jungen; junge Tieren
descendance Brut; Gezücht; Sprößlinge Abstammen; Abstammung; Herkunft; Nachkommen; Nachkommenschaft; Nachwelt
enfants Brut; Gezücht; Sprößlinge Kinder; Kinderchen
engeance Brut; Gezücht; Zucht
foule Angelgerät; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Plebs; Pöbel; Sippschaft Ausschuß; Berg; Betrieb; Brut; Emsigkeit; Gedränge; Gedrängtheit; Gelichter; Gemenge; Gesindel; Getreibe; Getue; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Haufen; Herde; Horde; Kanaille; Klumpen; Lumpengesindel; Masse; Menge; Menschenmasse; Menschenmenge; Mob; Pack; Plebs; Pöbel; Rummel; Schar; Schund; Schwarm; Sippschaft; Stapel; Treiben; Trupp; Truppe; Volksmenge; Zeug; Zulauf; reges Leben; starkeVerkehr
lignée Brut; Gezücht; Sprößlinge Dynastie; Familie; Stammhaus
nichée Brut; Gezücht; Sprößlinge Jungen; junge Tieren
plèbe Angelgerät; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Plebs; Pöbel; Sippschaft Abschaum; Ausschuß; Auswurf; Brut; Gelichter; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Mob; Pack; Plebs; Pöbel; Schund; Sippschaft; Zeug
populace Angelgerät; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Plebs; Pöbel; Sippschaft Ausschuß; Brut; Canaille; Gelichter; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Mob; Pack; Plebs; Pöbel; Schund; Sippschaft; Zeug; breite Masse
progéniture Brut; Gezücht; Sprößlinge Nachkommen; Nachkommenschaft; Nachwelt
racaille Angelgerät; Brut; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Plebs; Pöbel; Sippschaft; Zucht Abschaum; Ausschuß; Auswurf; Brut; Canaille; Gelichter; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Mob; Pack; Plebs; Pöbel; Schund; Sippschaft; Zeug
rejetons Brut; Gezücht; Sprößlinge Nachkommen; Nachkommenschaft; Nachwelt
vermine Brut; Gezücht; Zucht Ratten und Mäuse; Ungeziefer
élevage de bétail Fock; Fortpflanzung; Gezücht; Heranziehung; Nachbildung; Umbau; Umbauten; Viehzucht; Wiedergabe; Zucht; Züchten; Züchterei