Duits

Uitgebreide vertaling voor Guß (Duits) in het Frans

Guß:

Guß [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Guß (Form; Abdruck; Gips)
    le plâtre; le surmoulage; la forme; le moule; le moulage
    • plâtre [le ~] zelfstandig naamwoord
    • surmoulage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • forme [la ~] zelfstandig naamwoord
    • moule [le ~] zelfstandig naamwoord
    • moulage [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Guß (Glasur)
    le vernis
    • vernis [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Guß (Gußstück)
    le moulage; la pièce de fonderie; la pièce moulée
  4. der Guß (Schwall)
    la giclée
    • giclée [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Guß (Gußform; Aufguß; Abdruck; Abguß)
    la forme; le moule; le moulage; le surmoulage
    • forme [la ~] zelfstandig naamwoord
    • moule [le ~] zelfstandig naamwoord
    • moulage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • surmoulage [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Guß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
forme Abdruck; Abguß; Aufguß; Form; Gips; Guß; Gußform Aussehen; Bedingung; Bekenntnis; Beschaffenheit; Bildung; Druckform; Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsform; Figur; Firmung; Form; Gebilde; Geist; Gestalt; Gestaltung; Giessform; Gießform; Gußform; Haltung; Hirngespinst; Kondition; Konfession; Leisten; Matrix; Schaft; Schatten; Schemen; Schuhleisten; Shape; Statur; Verfassung; in Form sein; Äußere
giclée Guß; Schwall
moulage Abdruck; Abguß; Aufguß; Form; Gips; Guß; Gußform; Gußstück
moule Abdruck; Abguß; Aufguß; Form; Gips; Guß; Gußform Bedingung; Beschaffenheit; Bildung; Form; Gestalt; Gestaltung; Giessform; Gießform; Gußform; Kondition; Matrix; Schablone; Verfassung
pièce de fonderie Guß; Gußstück
pièce moulée Guß; Gußstück
plâtre Abdruck; Form; Gips; Guß Gips; Gipsarbeit; Gipsbinde; Gipsverband; Heftpflaster; Kalk; Kleifplaster; Plaster; Putz; Stuck; Stuckarbeit
surmoulage Abdruck; Abguß; Aufguß; Form; Gips; Guß; Gußform
vernis Glasur; Guß Anstrich; Lackanstrich; Tünche

Computer vertaling door derden: