Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hausschlüssel (Duits) in het Frans

Hausschlüssel:

Hausschlüssel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Hausschlüssel (Haustürschlüssel; Türschlüssel)
  2. der Hausschlüssel
    la clef de la porte d'entrée

Vertaal Matrix voor Hausschlüssel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clef de la porte d'entrée Hausschlüssel
clé pour la porte d'entrée Hausschlüssel; Haustürschlüssel; Türschlüssel