Duits

Uitgebreide vertaling voor Hotelgewerbe (Duits) in het Frans

Hotelgewerbe:

Hotelgewerbe [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Hotelgewerbe (Hotel; Gasthof; Hotelbetrieb; )
    l'hôtel; l'hôtellerie; l'auberge; la pension; la chambre d'hôtel
  2. Hotelgewerbe (Hotelwesen)
    l'hôtellerie; l'industrie hôtelière
  3. Hotelgewerbe (Hotelbetrieb; Hotelwesen)
    l'hôtellerie; l'industrie hôtelière; la chaîne d'hôtels

Vertaal Matrix voor Hotelgewerbe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auberge Fremdenzimmer; Gasthof; Gastzimmer; Gästezimmer; Hotel; Hotelbetrieb; Hotelgewerbe Fremdenzimmer; Gasthaus; Gasthof; Gaststätte; Gastwirtschaft; Gastzimmer; Gästezimmer; Herberge; Hotel; Hotelbetrieb; Hotelherberge; Kneipe; Pension; Schenke; Wirtschaft; Wirtshaus; Wirtsstube
chambre d'hôtel Fremdenzimmer; Gasthof; Gastzimmer; Gästezimmer; Hotel; Hotelbetrieb; Hotelgewerbe Fremdenzimmer; Gasthof; Gastzimmer; Gästezimmer; Hotel; Hotelbetrieb; Hotelzimmer; Pension
chaîne d'hôtels Hotelbetrieb; Hotelgewerbe; Hotelwesen Hotelkette
hôtel Fremdenzimmer; Gasthof; Gastzimmer; Gästezimmer; Hotel; Hotelbetrieb; Hotelgewerbe Fremdenzimmer; Gasthof; Gaststättenbetrieb; Gastzimmer; Gästezimmer; Hotel; Hotelbetrieb; Pension
hôtellerie Fremdenzimmer; Gasthof; Gastzimmer; Gästezimmer; Hotel; Hotelbetrieb; Hotelgewerbe; Hotelwesen Fremdenzimmer; Gasthaus; Gasthof; Gaststätte; Gastwirtschaft; Gastzimmer; Gästezimmer; Herberge; Hotel; Hotelbetrieb; Hotelherberge; Hotelwesen; Pension
industrie hôtelière Hotelbetrieb; Hotelgewerbe; Hotelwesen Beherbergungsgewerbe; Hotelbetrieb; Hotelwesen
pension Fremdenzimmer; Gasthof; Gastzimmer; Gästezimmer; Hotel; Hotelbetrieb; Hotelgewerbe Altersversorgung; Fremdenzimmer; Gasthof; Gastzimmer; Gästezimmer; Hotel; Hotelbetrieb; Kostgeld; Pension

Computer vertaling door derden: