Duits

Uitgebreide vertaling voor Parkplatz (Duits) in het Frans

Parkplatz:

Parkplatz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Parkplatz
    la place de stationnement; l'aire de stationnement; le parking; le garage souterrain; le garage au sous-sol; le garage à étage; le garage
  2. der Parkplatz
    l'aire de stationnement

Parkplatz

  1. Parkplatz

Vertaal Matrix voor Parkplatz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aire de stationnement Parkplatz
garage Parkplatz Autohalle; Garage
garage au sous-sol Parkplatz
garage souterrain Parkplatz Garage; Parkhaus; Tiefgarage
garage à étage Parkplatz
parking Parkplatz Autohalle; Garage
place de stationnement Parkplatz
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Parc d'attente Parkplatz

Synoniemen voor "Parkplatz":

  • Abstellplatz; Parkbox; Parklücke; Stellplatz

Wiktionary: Parkplatz

Parkplatz
noun
  1. Ein individueller Stellplatz auf einem Parkplatz [1] oder in einem Parkhaus.
  2. Eine Fläche auf öffentlichem oder privatem Grund, die dazu dient, Kraftfahrzeuge oder sonstige Verkehrsmittel über die Dauer eines Haltevorgangs hinaus abzustellen.
Parkplatz
noun
  1. angl|fr terrain ou aménagement destiné au stationnement des automobiles.

Cross Translation:
FromToVia
Parkplatz place de stationnement; parking parkeerplaats — plek waar auto's of andere voertuigen geparkeerd kunnen worden
Parkplatz parking parking — space
Parkplatz parking; parc de stationnement; stationnement parking lot — open area, generally paved, where automobiles may be left when not in use