Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Rauhheit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rauhheit (Duits) in het Frans

Rauhheit:

Rauhheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Rauhheit (Unwirtlichheit)
    l'intempérie; l'aigreur; l'âpreté

Vertaal Matrix voor Rauhheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aigreur Rauhheit; Unwirtlichheit Animosität; Bissigkeit; Bitterkeit; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit; Groll; Heftigkeit; Knauserei; Nachtragendheit; Ressentiment; Sauer; Schneidigkeit; Schnippigkeit; Schärfe; Spitzigkeit; Stachlichkeit; Säure; Verbitterung
intempérie Rauhheit; Unwirtlichheit Unwetter
âpreté Rauhheit; Unwirtlichheit Bitterkeit; Elend; Groll; Jämmerlichkeit; Verbitterung