Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Sold:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sold (Duits) in het Frans

Sold:

Sold [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Sold (Gunst; Dienst; Gefälligkeit; )
    le faveur; la grâce; la messe
    • faveur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • grâce [la ~] zelfstandig naamwoord
    • messe [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Sold
    la solde
    • solde [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Sold:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faveur Dienst; Gefälligkeit; Gunst; Schenkung; Sold; Spende; Stelle; Stiftung; Zuwendung Bevorrechtung
grâce Dienst; Gefälligkeit; Gunst; Schenkung; Sold; Spende; Stelle; Stiftung; Zuwendung Anmut; Anteilnahme; Attraktivität; Barmherzigkeit; Begnadigung; Einsegnung; Einsetzung; Einweihung; Eleganz; Erbarmen; Erlassung; Gnade; Grazie; Güte; Heiligkeit; Heiligung; Herrlichkeit; Liebeswerk; Lieblichkeit; Liebreiz; Milde; Mitgefühl; Mitleid; Reiz; Segen; Segenspendung; Segnung; Seligkeit; Süße; Vergebung; Verzeihung; Wohltat; Wohltätigkeit; Zierlichkeit
messe Dienst; Gefälligkeit; Gunst; Schenkung; Sold; Spende; Stelle; Stiftung; Zuwendung Dienst; Gottesdienst; Messe
solde Sold Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Bilanz; Einkommen; Einkünfte; Erwerbseinkünfte; Gehalt; Gelegenheitskauf; Lohn; Monatslohn; Okkasion; Saldo; Schnäppchen; Verdienst; Überschuß
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
solde Kontensaldo; Kontosaldo; Kontostand; Saldo

Synoniemen voor "Sold":


Wiktionary: Sold

Sold
noun
  1. Bezahlung für das Handwerk eines Soldaten