Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Spaßmacher:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spaßmacher (Duits) in het Frans

Spaßmacher:

Spaßmacher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Spaßmacher (Witzbold)
    le blagueur; le rigolo
    • blagueur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • rigolo [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Spaßmacher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blagueur Spaßmacher; Witzbold Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Getratsch; Klatscherei; Prahler
rigolo Spaßmacher; Witzbold Schalk; lachlustiger Mensch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rigolo amüsant; angenehm; ausgelassen; drollig; ergötzlich; fesch; geistreich; gelungen; gesellig; heiter; humoristisch; humorvoll; komisch; lustig; pfiffig; possenhaft; possierlich; schalkhaft; schelmisch; spasshaft; spaßhaft; spaßig; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig

Synoniemen voor "Spaßmacher":


Wiktionary: Spaßmacher

Spaßmacher