Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Sprachschatz:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sprachschatz (Duits) in het Frans

Sprachschatz:

Sprachschatz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Sprachschatz (Sprichwort; Ausdruck; Redensart)
    le lexique; l'expression; l'idiome

Vertaal Matrix voor Sprachschatz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
expression Ausdruck; Redensart; Sprachschatz; Sprichwort Ausdruck; Bekanntgabe; Bezeichnung; Blick; Erklärung; Formulierung; Gesichtsausdruck; Information; Mitteilung; Redensart; Redewendung; Sprichwort; Spruch; Worte; Äußerung
idiome Ausdruck; Redensart; Sprachschatz; Sprichwort Idiom; Redensart; Sprichwort
lexique Ausdruck; Redensart; Sprachschatz; Sprichwort Vokabular; Wortschatz

Synoniemen voor "Sprachschatz":