Duits

Uitgebreide vertaling voor Verschwender (Duits) in het Frans

Verschwender:

Verschwender [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Verschwender (Vergeuder; Herausgeber; Verleger)
    le dépensier; le gaspilleur; le dissipateur
  2. der Verschwender
    le dissipateur; le dépenseur; le quelqu'un qui finit le tout; le quelqu'un qui consomme le tout

Vertaal Matrix voor Verschwender:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dissipateur Herausgeber; Vergeuder; Verleger; Verschwender
dépenseur Verschwender
dépensier Herausgeber; Vergeuder; Verleger; Verschwender
gaspilleur Herausgeber; Vergeuder; Verleger; Verschwender Vergeuder
quelqu'un qui consomme le tout Verschwender
quelqu'un qui finit le tout Verschwender
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dissipateur freigebig; freizügig; großzügig; verschwenderisch
dépensier freigebig; freizügig; großzügig; kauflustig; verschwenderisch
gaspilleur freigebig; freizügig; großzügig; verschwenderisch

Wiktionary: Verschwender


Cross Translation:
FromToVia
Verschwender dépensier; gaspilleur; prodigue spendthrift — someone who spends money wastefully