Bombastisch in het Frans vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

bombastisch:
- pompeux; emphatique; ampoulé; bouffi; boursouflé; grandiloquent; pompeusement
Wiktionary:
- bombastisch → bombastique
- bombastisch → verbeux, abscons, enflé, ampoulé, pompeux, boursouflé

Duits

Uitgebreide vertaling voor bombastisch (Duits) in het Frans

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grandiloquent		Theatraliker
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ampoulé	aufgeblasen; bombastisch; geschwollen; hochtrabend; pathetisch; schwülstig; theatralisch
bouffi	aufgeblasen; bombastisch; geschwollen; hochtrabend; pathetisch; schwülstig; theatralisch	aufgebauscht; aufgebläht; aufgedunsen; kugelformig
boursouflé	aufgeblasen; bombastisch; geschwollen; hochtrabend; pathetisch; schwülstig; theatralisch
emphatique	aufgeblasen; bombastisch; geschwollen; hochtrabend; pathetisch; schwülstig; theatralisch	ambitiös; hochfliegend; tollkühn; vermessen; verwegen
grandiloquent	aufgeblasen; bombastisch; geschwollen; hochtrabend; pathetisch; schwülstig; theatralisch	ambitiös; ehrgeizig; eifrig; enorm; großartig; tollkühn
pompeusement	aufgeblasen; bombastisch; geschwollen; hochtrabend; pathetisch; schwülstig; theatralisch
pompeux	aufgeblasen; bombastisch; geschwollen; hochtrabend; pathetisch; schwülstig; theatralisch	eindrucksvoll; enorm; gewaltig; gigantisch; grandios; groß; großartig; immens; imponierend; imposant; kapital; kolossal; pomphaft; prunkvoll; riesig; stattlich; titanisch; triumphal; unermeßlich; ungeheuer; überwältigend

horrend; übermäßig; üppig
ansehnlich; außerordentlich; beachtenswert; beachtlich; bedeutend; beträchtlich; enorm; erheblich; erklecklich; exorbitant; extrem; fulminant; gewaltig; groß; immens; pompös; stattlich; unglaublich; beschreibend
abgefahren; fantastisch; großartig; krass; phantastisch; phänomenal; stark; ultrakrass
auf großem Fuß; in Saus und Braus; opulent; prachtvoll; prahlerisch; prächtig; verschwenderisch
1A; allererste Sahne; astrein; bombig; cool; der Hit; doll; dufte; erste Sahne; geil; genial; klasse; knorke; nicht schlecht; phatt; prima; Sahne; sauber; spitze; super; tipptopp; toll

bombastisch

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• bombastisch	→ verbeux; abscons	↔ bombastic — high-sounding but with little meaning
• bombastisch	→ enflé; ampoulé; pompeux; boursouflé	↔ bombastic — pompous or overly wordy