Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. glockenläuten:


Duits

Uitgebreide vertaling voor glockenläuten (Duits) in het Frans

glockenläuten:

glockenläuten werkwoord

  1. glockenläuten (läuten; klingeln; schellen; bimmeln)
    tinter; sonner; carillonner
    • tinter werkwoord (tinte, tintes, tintons, tintez, )
    • sonner werkwoord (sonne, sonnes, sonnons, sonnez, )
    • carillonner werkwoord (carillonne, carillonnes, carillonnons, carillonnez, )

Vertaal Matrix voor glockenläuten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sonner Die Klingel läuten; Klingeln
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
carillonner bimmeln; glockenläuten; klingeln; läuten; schellen bimmeln; bumsen; hacken; hinken; hämmern; hüpfen; klappern; klimpern; klingeln; klingen; klirren; klöppeln; läuten; rasseln; rattern; rumpeln; rütteln; schellen
sonner bimmeln; glockenläuten; klingeln; läuten; schellen bimmeln; bumsen; hacken; hinken; hämmern; hüpfen; klappern; klimpern; klingeln; klingen; klirren; klöppeln; läuten; rasseln; rattern; rumpeln; rütteln; schellen
tinter bimmeln; glockenläuten; klingeln; läuten; schellen hacken; hinken; hüpfen; klappern; klimpern; klingeln; klingen; klirren; rasseln; rattern; rumpeln; rütteln; schellen; schnalzen