Duits
Uitgebreide vertaling voor grobknochig (Duits) in het Frans
grobknochig:
-
grobknochig (grobschlächtig)
robuste; qui a une grosse ossature-
robuste bijvoeglijk naamwoord
-
qui a une grosse ossature bijvoeglijk naamwoord
-
-
grobknochig (knöchern; knochig; knochenartig; beinartig)
Vertaal Matrix voor grobknochig:
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| osseux | beinartig; grobknochig; knochenartig; knochig; knöchern | ausgemergeld; beinartig; dürr; hager; knochenartig; knochig; knöchern; spindeldürr |
| ossu | beinartig; grobknochig; knochenartig; knochig; knöchern | ausgemergeld; beinartig; derb; grob; knochenartig; knochig; rüde; schroff; schwer; ungeschliffen |
| qui a une grosse ossature | grobknochig; grobschlächtig | derb; grob; rüde; schroff; schwer; ungeschliffen |
| robuste | grobknochig; grobschlächtig | anständig; beharrlich; beständig; breit; dauerhaft; derb; effektiv; eisern; fest; forsch; gediegen; groß; gründlich; handfest; kerngesund; kraftvoll; kräftig; kräftige; ordentlich; rechtschaffen; robust; rüstig; sehr gesund; sicher; solid; solide; stabil; standhaft; stark; stattlich; stramm; stämmig; tapfer; tauglich; tüchtig; unerschütterlich; vierschrötig; zuverlässig |
Computer vertaling door derden: