Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. lachlustig:


Duits

Uitgebreide vertaling voor lachlustig (Duits) in het Frans

lachlustig:

lachlustig bijvoeglijk naamwoord

  1. lachlustig
    rieur
    • rieur bijvoeglijk naamwoord
  2. lachlustig (fröhlich)
    joyeux; rieur; gai
    • joyeux bijvoeglijk naamwoord
    • rieur bijvoeglijk naamwoord
    • gai bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor lachlustig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rieur Lacher; lachlustiger Mensch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gai fröhlich; lachlustig amüsant; angeheitert; angenehm; attraktiv; ausgelassen; begeistert; drollig; eifrig; emsig; entzückt; erfreulich; erfreut; euphorisch; existent; fein; fesch; fleißig; flott; freudig; freudvoll; freundlich; freundschaftlich; frisch; froh; fröhlich; gedrängt; geistreich; geräuschvoll; geschäftig; gesellig; glücklich; gut gelaunt; gutaussehend; gutgelaunt; heiter; herzlich; humoristisch; hübsch; komisch; lebendig; lebhaft; lieb; liebenswürdig; lustig; munter; nett; pfiffig; possenhaft; possierlich; prima; quick; reizend; schalkhaft; schelmisch; schön; spaßhaft; spaßig; sympathisch; süß; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig; wohlgemut; übermütig; üppig
joyeux fröhlich; lachlustig angeheitert; ausgelassen; begeistert; eifrig; emsig; entzückt; erfreut; euphorisch; existent; fleißig; flott; freudenerfüllt; freudig; freudvoll; frisch; froh; fröhlich; gedrängt; geräuschvoll; geschäftig; gesellig; glücklich; gut gelaunt; gutgelaunt; heiter; herzensfroh; lebendig; lebhaft; lustig; munter; quick; vergnüglich; vergnügt; voll Freude; wohlgemut; üppig
rieur fröhlich; lachlustig lachend