Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. plus:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor plus (Duits) in het Frans

plus:

plus

  1. plus (und)
    et

plus bijvoeglijk naamwoord

  1. plus (obendrauf)
    en plus; de plus; en outre

Vertaal Matrix voor plus:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
et plus; und
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de plus obendrauf; plus aushäusig; außerdem; dabei; daneben; darüber; ferner; im übrigen; namentlich; sonstig; weiter; weiter noch; zusätzlich; übrigens
en outre obendrauf; plus andererseits; auf der anderen Seite; aushäusig; außerdem; dabei; dagegen; daneben; darüber; dem gegenüber; demgegenüber; gegenüber; im übrigen; namentlich; sonstig; weiter noch; zusätzlich; übrigens
en plus obendrauf; plus aushäusig; außerdem; bei; bei dieser; dabei; daneben; darüber; hierbei; hiermit; mit diesem; mit dieser; namentlich; sonstig; zusätzlich

Synoniemen voor "plus":


Wiktionary: plus


Cross Translation:
FromToVia
plus plus plus — arithmetic: sum