Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor sichsorgen (Duits) in het Frans

sichsorgen:

sichsorgen werkwoord

  1. sichsorgen (grübeln; sichgrämen; trotzen; )
    bouder; faire la tête; broyer du noir; faire la moue; faire la mine
    • bouder werkwoord (boude, boudes, boudons, boudez, )
    • faire la tête werkwoord
    • broyer du noir werkwoord
    • faire la moue werkwoord
    • faire la mine werkwoord

Vertaal Matrix voor sichsorgen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bouder greinen; grübeln; maulen; schmollen; sichgrämen; sichsorgen; trotzen bocken; bockig sein; brüllen; maulen; rasen; schmollen; sich aufbäumen; toben; tosen; trotzen; wüten; wütend sein
broyer du noir greinen; grübeln; maulen; schmollen; sichgrämen; sichsorgen; trotzen
faire la mine greinen; grübeln; maulen; schmollen; sichgrämen; sichsorgen; trotzen maulen; schmollen; trotzen
faire la moue greinen; grübeln; maulen; schmollen; sichgrämen; sichsorgen; trotzen maulen; schmollen; trotzen
faire la tête greinen; grübeln; maulen; schmollen; sichgrämen; sichsorgen; trotzen bocken; bockig sein; maulen; schmollen; sich aufbäumen; trotzen