Duits

Uitgebreide vertaling voor stachlig (Duits) in het Frans

stachlig:

stachlig bijvoeglijk naamwoord

  1. stachlig (dornig; dornenvoll)
    épineux; d'épines
  2. stachlig (dornig; dornenvoll)
    épineux
  3. stachlig (sarkastisch; schneidend; stoppelig; )
    sarcastiquement; piquant; mordant; avec sarcasme; incisif; d'une façon mordante
  4. stachlig (stechend)
    piquant; qui pique

Vertaal Matrix voor stachlig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mordant Schärfe
piquant Anregung; Anreiz; Anzüglichkeit; Gehässigkeit; Impuls; Reiz; Sarkasmus; Stichelei; Stimulanz; Verachtung; gehässige Bemerkung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avec sarcasme anzüglich; beißend; bissig; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend abfällig; abschätzig; höhnisch; schmählich; verspottend
d'une façon mordante anzüglich; beißend; bissig; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend
d'épines dornenvoll; dornig; stachlig
incisif anzüglich; beißend; bissig; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend beißend; bissig; einfressend; sarkastisch; scharf; scharfschneidig; schneidend; ätzend
mordant anzüglich; beißend; bissig; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend anzüglich; beißend; beißende; beleidigend; bissig; einfressend; gellend; grell; höllisch; kränkend; sarkastisch; scharf; schmerzend; schmerzhaft; schmerzlich; schneidend; schrill; schroff; ätzend
piquant anzüglich; beißend; bissig; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stechend; stoppelig; ätzend aufregend; bissig; feurig; geil; gepfeffert; gewürzt; herzhaft; pikant; prikelnder Geschmack; scharf; scharf gewürzt; scharfschneidig; sexy; spitzig; voller Stacheln; würzig
qui pique stachlig; stechend
sarcastiquement anzüglich; beißend; bissig; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend
épineux dornenvoll; dornig; stachlig bedrängt; brenzlich; voller Stacheln

Synoniemen voor "stachlig":