Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. wegtreten:


Duits

Uitgebreide vertaling voor wegtreten (Duits) in het Frans

wegtreten:

wegtreten werkwoord

  1. wegtreten (von sich treten)
    engager
    • engager werkwoord (engage, engages, engageons, engagez, )
  2. wegtreten (wegstoßen)
    dégager; chasser à coups de pieds
    • dégager werkwoord (dégage, dégages, dégagons, dégagez, )

Vertaal Matrix voor wegtreten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dégager Wegräumen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chasser à coups de pieds wegstoßen; wegtreten
dégager wegstoßen; wegtreten abhängen; abkoppeln; abtrennen; andrehen; aufbinden; aufhaken; aufknoten; aufknöpfen; aufknüpfen; auflösen; aufmachen; auftrennen; ausfädeln; aushecken; ausholen; ausmisten; ausscheiden; ausstoßen; befreien; einstellen; engagieren; entbinden; entfesseln; entknoten; entkoppeln; entlassen; enträtseln; entwirren; erlösen; freigeben; freilassen; freimachen; in Lohndienst einstellen; locker machen; lockern; losbekommen; loshaken; loskoppeln; loskriegen; loslösen; losmachen; losziehen; lösen; treiben; trennen; unterbrechen
engager von sich treten; wegtreten akzeptieren; anfangen; anheben; anheuern; anknöpfen; annehmen; anrufen; anstellen; anwenden; anwerben; anziehen; aufnehmen; beginnen; benennen; benutzen; bieten; einführen; einladen; einlassen; einlegen; einrufen; einsetzen; einstellen; empfangen; engagieren; ernennen; gebrauchen; handhaben; hantieren; herbeirufen; hinnehmen; hinzuziehen; in Empfang nehmen; mobilisieren; mobilmachen; pfänden; rekrutieren; rufen; setzen; starten; verwenden; werben; zuziehen

Computer vertaling door derden: