Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
Präsenz:
-
Wiktionary:
Präsenz → aanwezigheid, bijzijn, presentie, tegenwoordigheid -
Synoniemen voor "Präsenz":
Anschein; Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsbild; Oberfläche; Schein; Äußeres
Anwesenheit; Beisein; Dasein; Gegenwart
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Präsenz (Duits) in het Nederlands
Spelling Suggesties voor: Präsenz
Präsenz:
Synoniemen voor "Präsenz":
Computer vertaling door derden: