Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Beisein:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Beisein (Duits) in het Nederlands

Beisein:

Beisein [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Beisein (Anwesenheit; Gegenwart)
    de aanwezigheid; het bijzijn; de tegenwoordigheid
  2. Beisein (Anwesenheit)
    de aanwezigheid; de presentie

Vertaal Matrix voor Beisein:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanwezigheid Anwesenheit; Beisein; Gegenwart Anwesenheit; Anwesenheitsinformationen
bijzijn Anwesenheit; Beisein; Gegenwart
presentie Anwesenheit; Beisein
tegenwoordigheid Anwesenheit; Beisein; Gegenwart

Synoniemen voor "Beisein":