Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Kündigen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor kündigen (Duits) in het Nederlands

kündigen:


Synoniemen voor "kündigen":


Wiktionary: kündigen

kündigen
verb
  1. mededelen dat men een eerdere overeenkomst beëindigt
  2. ontslaan

Cross Translation:
FromToVia
kündigen opzeggen denounce — to announce the termination of; especially a treaty
kündigen ontslaan fire — to terminate the employment of
kündigen ontslag nemen resign — quit a job or position

Kündigen:

Kündigen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Kündigen (Abdanken)
    ontslaan; afschaffen; uit de dienst ontslaan; afdanken

Vertaal Matrix voor Kündigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdanken Abdanken; Kündigen
afschaffen Abdanken; Kündigen
ontslaan Abdanken; Kündigen
uit de dienst ontslaan Abdanken; Kündigen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdanken abdanken; ausrangieren; beseitigen; entfernen; entheben; entlassen; feiern; suspendieren; von seiner Position vertreiben
afschaffen abschaffen; abstellen; ausrangieren
ontslaan ablehnen; abschieben; abweisen; entlassen; feuern; suspendieren; verabschieden; zurückweisen