Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ödheit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ödheit (Duits) in het Nederlands

Ödheit:

Ödheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ödheit (Grau; Trostlosigkeit)
    de somberheid; de grauwheid; de kleurloosheid; de grijsheid; grauwte

Vertaal Matrix voor Ödheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grauwheid Grau; Trostlosigkeit; Ödheit Farblosigkeit
grauwte Grau; Trostlosigkeit; Ödheit
grijsheid Grau; Trostlosigkeit; Ödheit Alter; Fahlheit; Grau; Grauheit; Greisenalter
kleurloosheid Grau; Trostlosigkeit; Ödheit Farblosigkeit
somberheid Grau; Trostlosigkeit; Ödheit Farblosigkeit; Lebensmüdigkeit; Mutlosigkeit; Schwermut; Schwermütigkeit; Traurigkeit; Trübsal; Trübseligkeit; Trübsinn; Trübsinnigkeit; Verzweiflung

Computer vertaling door derden: