Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Übertrag:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Übertrag (Duits) in het Nederlands

Übertrag:

Übertrag [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Übertrag (Übertragung; Übergabe; Übereignung; )
    de overdracht; de cessie; doorgifte

Vertaal Matrix voor Übertrag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cessie Abtretung; Transport; Weitergabe; Übereignung; Übergabe; Übertrag; Übertragung
doorgifte Abtretung; Transport; Weitergabe; Übereignung; Übergabe; Übertrag; Übertragung Indexverteilung; Verteilung
overdracht Abtretung; Transport; Weitergabe; Übereignung; Übergabe; Übertrag; Übertragung Ablieferung; Liefern; Lieferung

Synoniemen voor "Übertrag":


Computer vertaling door derden: