Duits
Uitgebreide vertaling voor übertölpeln (Duits) in het Nederlands
übertölpeln:
-
übertölpeln (bemogeln; beschwindeln)
Vertaal Matrix voor übertölpeln:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afzetten | Amputation; Amputieren | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afzetten | bemogeln; beschwindeln; übertölpeln | abgrenzen; absetzen; abstecken; abstellen; abwerfen; abzäunen; amputieren; ausmachen; ausschalten; aussteigen lassen; begrenzen; beschwindeln; betrogen werden; betrügen; einfassen; einhegen; einsäumen; einzäunen; festlegen; hereinlegen; jemanden prellen; neppen; prellen; schmeißen; stillsetzen; stoppen; säumen; trassieren; umranden; umzäunen; verarschen; werfen; zum Stillstand bringen; übervorteilen |
bedotten | bemogeln; beschwindeln; übertölpeln | |
tillen | bemogeln; beschwindeln; übertölpeln | anheben; aufheben; ausheben; emporheben; erheben; heben; hinaufbringen; hochheben; hochnehmen; hochziehen |
Synoniemen voor "übertölpeln":
Computer vertaling door derden: