Duits
Uitgebreide vertaling voor Abbezahlen (Duits) in het Nederlands
Abbezahlen:
-
Abbezahlen
Vertaal Matrix voor Abbezahlen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afbetalen | Abbezahlen | |
aflossen | Abbezahlen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afbetalen | abrechnen; abtragen; abzahlen; aufheben; auflösen; begleichen; freikaufen; liquidieren; schließen | |
aflossen | abtragen; auswechseln; einfallen; einspringen; erneuern; erneutaufstellen; erneutunterbringen; ersetzen; ersetzt; innovieren; stellvertreten; tilgen; vertreten |