Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Anbeißen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anbeißen (Duits) in het Nederlands

Anbeißen:

Anbeißen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Anbeißen
    aanbijten
  2. Anbeißen (Reinbeißen)
    happen in; toehappen

Vertaal Matrix voor Anbeißen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanbijten Anbeißen
happen in Anbeißen; Reinbeißen
toehappen Anbeißen; Reinbeißen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanbijten anbeißen; anfressen
toehappen anbeißen; beißen; zubeißen