Angebot in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Angebot:
- offerte; aanbod; aanbieding; prijsopgave; voorstel; motie; propositie; voorstel doen; bod; speciale aanbieding; koopje
Wiktionary:
- Angebot → aanbod, aanbieding, voorstel
- Angebot → voorstel, aanbieding, aanzoek, bod, aanbod

Duits

Uitgebreide vertaling voor Angebot (Duits) in het Nederlands

Angebot (Offerte; Vorschlag)
de offerte; het aanbod; de aanbieding
- offerte [de ~] zelfstandig naamwoord
- aanbod [het ~] zelfstandig naamwoord
- aanbieding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
Angebot (Offerte; Voranschlag)
de offerte; de prijsopgave
- offerte [de ~] zelfstandig naamwoord
- prijsopgave [de ~] zelfstandig naamwoord
Angebot (Vorschlag)
het voorstel; de motie; de propositie; voorstel doen; het bod
- voorstel [het ~] zelfstandig naamwoord
- motie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- propositie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- voorstel doen [znw.] zelfstandig naamwoord
- bod [het ~] zelfstandig naamwoord
Angebot (Gebot; Ansage)
het bod
- bod [het ~] zelfstandig naamwoord
Angebot (Vorschlag; Offerte)
speciale aanbieding; het koopje
- speciale aanbieding [znw.] zelfstandig naamwoord
- koopje [het ~] zelfstandig naamwoord
Angebot
het voorstel
- voorstel [het ~] zelfstandig naamwoord
Angebot
de offerte
- offerte [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanbieding	Angebot; Offerte; Vorschlag	Anerbieten; Gelegenheitskauf; Okkasion; Schnäppchen; Vorschlag; Überreichung
aanbod	Angebot; Offerte; Vorschlag
bod	Angebot; Ansage; Gebot; Vorschlag
koopje	Angebot; Offerte; Vorschlag	Gelegenheitskauf; Okkasion; Schnäppchen
motie	Angebot; Vorschlag	Vorschlag machen
offerte	Angebot; Offerte; Preisangebot; Schätzung; Voranschlag; Vorschlag
prijsopgave	Angebot; Offerte; Preisangebot; Schätzung; Voranschlag
propositie	Angebot; Vorschlag	Vorschlag machen
speciale aanbieding	Angebot; Offerte; Vorschlag	Aktion; Sonderangebot
voorstel	Angebot; Vorschlag	Projektvorschlag; Vorschlag; Vorschlag machen
voorstel doen	Angebot; Vorschlag	Vorschlag machen

Angebot

noun

Gesamtheit der Waren- und/oder Dienstleistungspaletten eines Gewerbetreibenden
- Angebot → aanbod
Betriebswirtschaftslehre: Kaufvorschlag
- Angebot → aanbieding
Volkswirtschaftslehre: Gesamtheit der auf dem Markt zum Verkauf bestimmten Handelsware
- Angebot → aanbod
Vorschlag
- Angebot → voorstel

Angebot

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Angebot	→ voorstel; aanbieding; aanzoek; bod; aanbod	↔ offer — proposal
• Angebot	→ bod	↔ offer — law: invitation to enter binding contract
• Angebot	→ voorstel; bod	↔ offer — something put forth
• Angebot	→ voorstel	↔ overture — approach