Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Anker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anker (Duits) in het Nederlands

Anker:

Anker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Anker
    het muuranker; het anker
    • muuranker [het ~] zelfstandig naamwoord
    • anker [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Anker
    de ankers
    • ankers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. der Anker
    het anker
    • anker [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Anker (Objektanker)

Vertaal Matrix voor Anker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anker Anker
ankers Anker
muuranker Anker
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
objectanker Anker; Objektanker

Synoniemen voor "Anker":


Wiktionary: Anker

Anker
  1. früheres Flüssigkeitsmaß: ½ Eimer oder 36 Liter
  2. Eisenhaken an einer langen Kette zum Festlegen schwimmender Fahrzeuge am Fluss- oder Meeresboden

Cross Translation:
FromToVia
Anker anker anchor — tool to moor a vessel into sea bottom
Anker anker ancre — Objet pour fixer un bateau au fond marin