Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Anschwellen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anschwellen (Duits) in het Nederlands

Anschwellen:

Anschwellen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Anschwellen (Anwachsen)
    het aanwassen
  2. Anschwellen (Anwachsen)
    aanzwellen

Vertaal Matrix voor Anschwellen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanwassen Anschwellen; Anwachsen
aanzwellen Anschwellen; Anwachsen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanwassen anschwellen; ansteigen; anwachsen; aufstocken; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; emporsteigen; schwellen; steigen; steigern; vergrößern; vermehren; zunehmen
aanzwellen anschwellen; ansteigen; aufstocken; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; steigern; vergrößern; vermehren; zunehmen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Anschwellen