Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Aufgüß:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufgüß (Duits) in het Nederlands

Aufgüß:

Aufgüß [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Aufgüß (Extrakt; Sud)
    het aftreksel; het afkooksel

Vertaal Matrix voor Aufgüß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkooksel Aufgüß; Extrakt; Sud
aftreksel Aufgüß; Extrakt; Sud