Duits
Uitgebreide vertaling voor Ausführen (Duits) in het Nederlands
Ausführen:
-
Ausführen (Folge)
Vertaal Matrix voor Ausführen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gehoor | Ausführen; Folge | Publikum |
gevolg | Ausführen; Folge | Ausschlag; Auswirkung; Effekt; Ergebnis; Folge; Folgerung; Gefolge; Hinkriegen; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Resultat; Schaffen; Troß; Wirkung |
gevolg geven aan | Ausführen; Folge | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gevolg geven aan | befolgen; folgen; gehorchen; nachfolgen; nachkommen |