Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ausgangssperre:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausgangssperre (Duits) in het Nederlands

Ausgangssperre:

Ausgangssperre [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ausgangssperre (Ausgehverbot)
    het kwartierarrest
  2. die Ausgangssperre (Ausgangsverbot; Ausgehverbot)
    het uitgaansverbod

Vertaal Matrix voor Ausgangssperre:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kwartierarrest Ausgangssperre; Ausgehverbot
uitgaansverbod Ausgangssperre; Ausgangsverbot; Ausgehverbot Ausgangsverbot

Synoniemen voor "Ausgangssperre":


Wiktionary: Ausgangssperre

Ausgangssperre
noun
  1. besonders militärisch: offizielles, das heißt politisch, polizeilich oder militärisch verordnetes Verbot, zu einem ausgegebenen Zeitpunkt die Wohnung, das Haus beziehungsweise Kaserne zu verlassen und öffentliche Plätze aufzusuchen

Cross Translation:
FromToVia
Ausgangssperre uitgangsverbod; avondklok curfew — a regulation requiring people to be off the streets and in their homes by a certain time
Ausgangssperre spertijd; avondklok couvre-feu — Interdiction à la population de sortir de chez soi à partir d’une certaine heure