Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Bärchen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bärchen (Duits) in het Nederlands

Bärchen:

Bärchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Bärchen (kleiner Eber)
    het beertje; klein mannetjeszwijn
  2. Bärchen (kleines Raubtier)
    klein roofdier

Vertaal Matrix voor Bärchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beertje Bärchen; kleiner Eber
klein mannetjeszwijn Bärchen; kleiner Eber
klein roofdier Bärchen; kleines Raubtier

Wiktionary: Bärchen


Cross Translation:
FromToVia
Bärchen berenwelp; berenjong bear cub — young bear