Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Baby (Duits) in het Nederlands

Baby:

Baby [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Baby (Kindchen; Dingelchen)
    de baby; het kindje
    • baby [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kindje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. Baby (Säugling)
    de baby; kind dat aan de borst is; de zuigeling; het kind

Vertaal Matrix voor Baby:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baby Baby; Dingelchen; Kindchen; Säugling
kind Baby; Säugling Ding; Kind
kind dat aan de borst is Baby; Säugling
kindje Baby; Dingelchen; Kindchen
zuigeling Baby; Säugling

Synoniemen voor "Baby":


Wiktionary: Baby


Cross Translation:
FromToVia
Baby zuigeling; baby; boreling; nieuwgeborene; pasgeborene; geborene; wiegenkind baby — very young human being
Baby zuigeling infant — very young human being
Baby baby; zuigeling bébé — Très jeune enfant, nourrisson, qui n’a pas atteindre l’âge du sevrage.