Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Bausatz:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bausatz (Duits) in het Nederlands

Bausatz:

Bausatz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bausatz (Baukasten)
    het bouwpakket; de bouwdoos
  2. der Bausatz (Kit; Bausatzartikel)

Vertaal Matrix voor Bausatz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bouwdoos Baukasten; Bausatz
bouwpakket Baukasten; Bausatz
kit Kohleneimer; Kohlenkasten; Leim
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kit Bausatz; Bausatzartikel; Kit
kitartikel Bausatz; Bausatzartikel; Kit