Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Begnadigung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Begnadigung (Duits) in het Nederlands

Begnadigung:

Begnadigung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Begnadigung (Erlassung; Verzeihung; Gnade; Grazie; Vergebung)
    de kwijtschelding; de begenadiging; de gratie; de genade; het pardon

Vertaal Matrix voor Begnadigung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begenadiging Begnadigung; Erlassung; Gnade; Grazie; Vergebung; Verzeihung
genade Begnadigung; Erlassung; Gnade; Grazie; Vergebung; Verzeihung Barmherzigkeit; Erbarmen; Gnade; Güte; Milde; Vergebung; Versöhnlichkeit; Verzeihung
gratie Begnadigung; Erlassung; Gnade; Grazie; Vergebung; Verzeihung Anmut; Barmherzigkeit; Bezauberung; Eleganz; Gnade; Grazie; Güte; Liebeswerk; Lieblichkeit; Liebreiz; Milde; Reiz; Scharm; Wohltat; Wohltätigkeit; Zauber; Zierlichkeit
kwijtschelding Begnadigung; Erlassung; Gnade; Grazie; Vergebung; Verzeihung Absolution; Amnestie; Freistellung; Lossprechung
pardon Begnadigung; Erlassung; Gnade; Grazie; Vergebung; Verzeihung Absolution; Entschuldigung; Erbarmen; Freistellung; Gnade; Justifikation; Lossprechung; Pardon; Rechtfertigung; Vergebung; Verzeihung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pardon entschuldigung; verzeihung

Synoniemen voor "Begnadigung":


Wiktionary: Begnadigung

Begnadigung
noun
  1. het afzien van de uitvoering van een straf

Cross Translation:
FromToVia
Begnadigung amnistie; begenadiging amnistie — politique|fr acte du pouvoir législatif qui accorder le pardon aux auteurs d’un même délit de droit commun ou politique.
Begnadigung sierlijkheid; begunstiging; genadigheid; gunst grâce — Ce qui plaît dans les attitudes, les manières, les discours. Un certain agrément, un certain charme indéfinissable.

Computer vertaling door derden: