Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Besorgnis:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Besorgnis (Duits) in het Nederlands

Besorgnis:

Besorgnis [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Besorgnis (Besorgtheit)
    de bezorgdheid; de zorg; de verontrusting; de bekommernis; de ongerustheid; de kommer

Vertaal Matrix voor Besorgnis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekommernis Besorgnis; Besorgtheit
bezorgdheid Besorgnis; Besorgtheit
kommer Besorgnis; Besorgtheit Leid; Misere; Mißgeschick; Not; Schicksalsschlag; Schicksalsschläge; Schlamassel; Unglück
ongerustheid Besorgnis; Besorgtheit
verontrusting Besorgnis; Besorgtheit
zorg Besorgnis; Besorgtheit Administration; Betreuung; Einrichtung; Fürsorge; Kontrolle; Krankenpflege; Pflege; Sorge; Versorgung; Verwaltung

Synoniemen voor "Besorgnis":


Wiktionary: Besorgnis

Besorgnis
noun
  1. bekommering wegens iets dat al of niet zal of kan gebeuren

Cross Translation:
FromToVia
Besorgnis bezorgdheid; ongerustheid anxiety — concern
Besorgnis bekommernis; zorgvuldigheid; kommer; zorg soin — attention

Computer vertaling door derden: