Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Blitzen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Blitzen (Duits) in het Nederlands

Blitzen:

Blitzen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Blitzen (Schimmern; Funkeln; Flimmern)
    de glinstering; de fonkeling; gefonkel

Vertaal Matrix voor Blitzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fonkeling Blitzen; Flimmern; Funkeln; Schimmern Funkeln; Glänzen
gefonkel Blitzen; Flimmern; Funkeln; Schimmern
glinstering Blitzen; Flimmern; Funkeln; Schimmern Flimmern; Glitzern