Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Dualismus (Duits) in het Nederlands

Dualismus:

Dualismus [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Dualismus (Zweiheit)
    de twee-eenheid
  2. der Dualismus (Zweiheit)
    de dualiteit
  3. der Dualismus (Doppeldeutigkeit; Zwiespältigkeit; Schlüpfrigkeit; )
    de dubbelzinnigheid; dubbelzinnige opmerking; uitlating met bijbetekenis
  4. der Dualismus (Zwiespältigkeit)
    tweeheidsleer; het dualisme

Vertaal Matrix voor Dualismus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dualisme Dualismus; Zwiespältigkeit Doppelbödigkeit; Zwitterhaftigkeit; Zwittrichkeit
dualiteit Dualismus; Zweiheit
dubbelzinnige opmerking Doppeldeutigkeit; Doppelsinn; Doppelsinnigkeit; Dualismus; Schlüpfrigkeit; Zweideutigkeit; Zwiespältigkeit
dubbelzinnigheid Doppeldeutigkeit; Doppelsinn; Doppelsinnigkeit; Dualismus; Schlüpfrigkeit; Zweideutigkeit; Zwiespältigkeit
twee-eenheid Dualismus; Zweiheit
tweeheidsleer Dualismus; Zwiespältigkeit
uitlating met bijbetekenis Doppeldeutigkeit; Doppelsinn; Doppelsinnigkeit; Dualismus; Schlüpfrigkeit; Zweideutigkeit; Zwiespältigkeit

Wiktionary: Dualismus


Cross Translation:
FromToVia
Dualismus dualisme dualism — the view that the world consists of two fundamental principles