Eindringling in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Eindringling:
- binnendringer; indringer; insluiper; inbreker; geveltoerist; dief; spion; infiltrant
Wiktionary:
- Eindringling → indringer, indringers, indringsters, indringster

Duits

Uitgebreide vertaling voor Eindringling (Duits) in het Nederlands

der Eindringling (Fremdkörper; Einbrecher; Einschleicher; Infiltrant; Zudringling)
de binnendringer; de indringer; de insluiper
- binnendringer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- indringer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- insluiper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Eindringling (Einbrecher; Fassadenkletterer; Dieb; Einschleicher)
de inbreker; de geveltoerist; de binnendringer; de dief
- inbreker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- geveltoerist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- binnendringer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- dief [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Eindringling (Infiltrant; Fremdkörper; Zudringling; Einbrecher; Einschleicher)
de spion; de infiltrant; de binnendringer
- spion [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- infiltrant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- binnendringer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
binnendringer	Dieb; Einbrecher; Eindringling; Einschleicher; Fassadenkletterer; Fremdkörper; Infiltrant; Zudringling
dief	Dieb; Einbrecher; Eindringling; Einschleicher; Fassadenkletterer	Dieb; Einbrecher
geveltoerist	Dieb; Einbrecher; Eindringling; Einschleicher; Fassadenkletterer
inbreker	Dieb; Einbrecher; Eindringling; Einschleicher; Fassadenkletterer
indringer	Einbrecher; Eindringling; Einschleicher; Fremdkörper; Infiltrant; Zudringling
infiltrant	Einbrecher; Eindringling; Einschleicher; Fremdkörper; Infiltrant; Zudringling
insluiper	Einbrecher; Eindringling; Einschleicher; Fremdkörper; Infiltrant; Zudringling
spion	Einbrecher; Eindringling; Einschleicher; Fremdkörper; Infiltrant; Zudringling

Cross Translation:

From	To	Via
• Eindringling	→ indringer	↔ interloper — one who interferes
• Eindringling	→ indringer	↔ intruder — someone who intrudes
• Eindringling	→ indringers; indringsters; indringster; indringer	↔ invader — one who invades; an assailant; an encroacher; an intruder