Duits

Uitgebreide vertaling voor Einweihung (Duits) in het Nederlands

Einweihung:

Einweihung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Einweihung (Initiatie)
    de initiatie; de inwijding
  2. die Einweihung (Einweihungsfest; Weihe; Initiation; Inauguration; Einsegnung)
    de inwijding; de inauguratie; de inhuldiging; de inzegening; inwijdingsplechtigheid; wijdingsdienst; inzegeningsplechtigheid
  3. die Einweihung (Einsegnung; Einsetzung; Inauguration; Heiligung)
    de zegening; de heiliging; de wijding
    • zegening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • heiliging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • wijding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. die Einweihung (Segen; Segnung; Seligkeit; )
    de voorspoed; de zegening; de zegen; het heil; zegenen; gezegende toestand; de wijding
    • voorspoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zegening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zegen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord, mv.
    • heil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zegenen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gezegende toestand [znw.] zelfstandig naamwoord
    • wijding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. die Einweihung (Einsegnung)
    inauguratierede

Vertaal Matrix voor Einweihung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gezegende toestand Einsegnung; Einsetzung; Einweihung; Heiligkeit; Heiligung; Herrlichkeit; Segen; Segenspendung; Segnung; Seligkeit Heil; Segen; Segnung; Seligkeit
heil Einsegnung; Einsetzung; Einweihung; Heiligkeit; Heiligung; Herrlichkeit; Segen; Segenspendung; Segnung; Seligkeit Erfolg; Gedeihen; Glück; Heil; Prosperität; Segen; Segnung; Seligkeit
heiliging Einsegnung; Einsetzung; Einweihung; Heiligung; Inauguration
inauguratie Einsegnung; Einweihung; Einweihungsfest; Inauguration; Initiation; Weihe Einweihungsansprache
inauguratierede Einsegnung; Einweihung
inhuldiging Einsegnung; Einweihung; Einweihungsfest; Inauguration; Initiation; Weihe
initiatie Einweihung; Initiatie
inwijding Einsegnung; Einweihung; Einweihungsfest; Inauguration; Initiatie; Initiation; Weihe
inwijdingsplechtigheid Einsegnung; Einweihung; Einweihungsfest; Inauguration; Initiation; Weihe
inzegening Einsegnung; Einweihung; Einweihungsfest; Inauguration; Initiation; Weihe
inzegeningsplechtigheid Einsegnung; Einweihung; Einweihungsfest; Inauguration; Initiation; Weihe
voorspoed Einsegnung; Einsetzung; Einweihung; Heiligkeit; Heiligung; Herrlichkeit; Segen; Segenspendung; Segnung; Seligkeit Erfolg; Gedeihen; Glück; Heil; Prosperität; Segen; Segnung; Seligkeit
wijding Einsegnung; Einsetzung; Einweihung; Heiligkeit; Heiligung; Herrlichkeit; Inauguration; Segen; Segenspendung; Segnung; Seligkeit
wijdingsdienst Einsegnung; Einweihung; Einweihungsfest; Inauguration; Initiation; Weihe
zegen Einsegnung; Einsetzung; Einweihung; Heiligkeit; Heiligung; Herrlichkeit; Segen; Segenspendung; Segnung; Seligkeit Heil; Segen; Segnung; Seligkeit
zegenen Einsegnung; Einsetzung; Einweihung; Heiligkeit; Heiligung; Herrlichkeit; Segen; Segenspendung; Segnung; Seligkeit Heil; Segen; Segnung; Seligkeit
zegening Einsegnung; Einsetzung; Einweihung; Heiligkeit; Heiligung; Herrlichkeit; Inauguration; Segen; Segenspendung; Segnung; Seligkeit Heil; Segen; Segnung; Seligkeit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zegenen einsegnen; einweihen; inaugurieren; initiieren; weihen

Synoniemen voor "Einweihung":


Wiktionary: Einweihung


Cross Translation:
FromToVia
Einweihung doop; doopsel baptêmeimmersion rituelle par laquelle on est initié à la vie spirituelle.