Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Fächer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fächer (Duits) in het Nederlands

Fächer:

Fächer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fächer
    de waaier
    • waaier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fächer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
waaier Fächer

Wiktionary: Fächer

Fächer
noun
  1. Gegenstand zum Zuwedeln von kühlender Luft

Cross Translation:
FromToVia
Fächer waaier fan — hand-held device
Fächer waaier éventail — Instrument pour s’éventer

Computer vertaling door derden: