Förmlichkeit in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Förmlichkeit:
- formaliteit; hamerstuk; plechtigheid; ceremonie; plichtpleging; omhaal; statigheid; gedragenheid; voornaamheid; plechtstatigheid; vormelijkheid; beleefdheidsbetuiging
Wiktionary:
- Förmlichkeit → ceremonie, plechtigheid, plichtplegingen

Duits

Uitgebreide vertaling voor Förmlichkeit (Duits) in het Nederlands

die Förmlichkeit (Formalität; Formsache)
de formaliteit; het hamerstuk
- formaliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hamerstuk [het ~] zelfstandig naamwoord
die Förmlichkeit (Stattlichkeit; Zeremonie; Formalität; Feier; Pracht; Vierung; Feierlichkeit; Prozession; Festlichkeit)
de plechtigheid; de ceremonie; de plichtpleging; de omhaal
- plechtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ceremonie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- plichtpleging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- omhaal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
die Förmlichkeit (Feierlichkeit; Würde; Herrlichkeit; Vornehmheit; Stattlichkeit)
de statigheid; gedragenheid; de plechtigheid; de voornaamheid; de plechtstatigheid; de vormelijkheid
- statigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gedragenheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- plechtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- voornaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- plechtstatigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vormelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Förmlichkeit (Höflichkeit)
de plichtpleging; beleefdheidsbetuiging
- plichtpleging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- beleefdheidsbetuiging [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beleefdheidsbetuiging	Förmlichkeit; Höflichkeit
ceremonie	Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Formalität; Förmlichkeit; Pracht; Prozession; Stattlichkeit; Vierung; Zeremonie	Empfänge; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Fete; Party; Protokoll; Stattlichkeit; Vierung; Zeremonie
formaliteit	Formalität; Formsache; Förmlichkeit
gedragenheid	Feierlichkeit; Förmlichkeit; Herrlichkeit; Stattlichkeit; Vornehmheit; Würde
hamerstuk	Formalität; Formsache; Förmlichkeit
omhaal	Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Formalität; Förmlichkeit; Pracht; Prozession; Stattlichkeit; Vierung; Zeremonie	Gedränge; Getreibe; Getue; Gewimmel; Gewirr; Gewühl
plechtigheid	Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Formalität; Förmlichkeit; Herrlichkeit; Pracht; Prozession; Stattlichkeit; Vierung; Vornehmheit; Würde; Zeremonie
plechtstatigheid	Feierlichkeit; Förmlichkeit; Herrlichkeit; Stattlichkeit; Vornehmheit; Würde
plichtpleging	Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Formalität; Förmlichkeit; Höflichkeit; Pracht; Prozession; Stattlichkeit; Vierung; Zeremonie
statigheid	Feierlichkeit; Förmlichkeit; Herrlichkeit; Stattlichkeit; Vornehmheit; Würde	Ehrfurcht gebietend; Feierlichkeit
voornaamheid	Feierlichkeit; Förmlichkeit; Herrlichkeit; Stattlichkeit; Vornehmheit; Würde	Vornehmheit; Würde
vormelijkheid	Feierlichkeit; Förmlichkeit; Herrlichkeit; Stattlichkeit; Vornehmheit; Würde

Cross Translation:

From	To	Via
• Förmlichkeit	→ ceremonie; plechtigheid; plichtplegingen	↔ cérémonie — ensemble des formes extérieures et régulier du culte religieux, des célébrations mystiques.

Computer vertaling door derden:

Remove Ads