Fahrgast in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Fahrgast (Duits) in het Nederlands

der Fahrgast (Passagier; Schiffspassagier; Fahrgäste)
de opvarende
- opvarende [de ~] zelfstandig naamwoord
der Fahrgast
de passagier
- passagier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
opvarende	Fahrgast; Fahrgäste; Passagier; Schiffspassagier
passagier	Fahrgast	Fluggast; Flugreisende; Gast; Insasse; Passagier; Reisende

Cross Translation:

From	To	Via
• Fahrgast	→ passagier; opvarende; reiziger	↔ fare — paying passenger
• Fahrgast	→ passagier	↔ passenger — one who rides or travels in a train, motor vehicle, boat, ship, ferry, hovercraft, aircraft, etc.