Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Fasching:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fasching (Duits) in het Nederlands

Fasching:

Fasching [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fasching (Karneval)
    het carnaval
    • carnaval [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fasching:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
carnaval Fasching; Karneval

Synoniemen voor "Fasching":


Wiktionary: Fasching


Cross Translation:
FromToVia
Fasching carnaval carnival — festive occasion marked by parades

Computer vertaling door derden: