Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Feilschen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Feilschen (Duits) in het Nederlands

Feilschen:

Feilschen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Feilschen (Umtausch; Tausch)
    de ruil; de inruil
    • ruil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • inruil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Feilschen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Feilschen (Abfeilschen; Gefeilsche)
    afdingen; het handjeklap; gesjacher; afpingelarij; het geritsel

Vertaal Matrix voor Feilschen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdingen Abfeilschen; Feilschen; Gefeilsche
afpingelarij Abfeilschen; Feilschen; Gefeilsche Abhandeln; Abmarkten; Schachern
geritsel Abfeilschen; Feilschen; Gefeilsche Geknister; Geraschel
gesjacher Abfeilschen; Feilschen; Gefeilsche
handjeklap Abfeilschen; Feilschen; Gefeilsche Handschlag
inruil Feilschen; Tausch; Umtausch
ruil Feilschen; Tausch; Umtausch Tausch; Tauschhandel; Umtausch
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdingen abfeilschen; abhandeln; feilschen; handeln; herunterhandeln; unterhandeln

Computer vertaling door derden: